vast voorzetsel 1.0
(taal en taalkunde)
voorzetsel dat altijd met een bepaald ander woord gecombineerd wordt
Algemene voorbeelden
Jij bent medeplichtig aan moord! Het woord aan is in die zin een vast voorzetsel. Je kunt het voorzetsel namelijk niet veranderen. Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetsel. Denk aan: solliciteren naar, begrip hebben voor, neerkijken op.
Het Hedendaags woordenboek muntte uit door zijn doorgedreven struktuur. Nergens anders zijn de labeltjes zo konsekwent gebruikt [...]. Ook de vermelding van alle woordsoorten waarmee een gegeven woord verbindingen kan aangaan, is handig. Daardoor kun je lijstjes laten maken met bijvoorbeeld alle werkwoorden die een vast voorzetsel hebben.